De kantoortermen gids: alle termen op de werkvloer opgesomd
- vrijdag 13 december 2019
Begrippen waar we dagelijks mee te maken hebben in de kantoorwereld: kantoortermen. Ze worden als een dolle in het rond geslingerd, zonder enige context of uitleg. Wij weten dat kantoortermen soms voor enige verwarring kunnen zorgen op de werkvloer, daarom zetten wij de 45 meest voorkomende kantoortermen voor jou op een rijtje mét context of uitleg. Doe er dus vooral je voordeel mee!
De veelvoorkomende kantoortermen...
Begrijp jij soms niet waar je collega het over heeft? Of zie jij soms je collega’s vragend kijken als jij je verhaal doet? In dit blog hebben wij veel voorkomende termen op de werkvloer in kaart gebracht om onduidelijkheden de wereld uit te brengen. Check in dit blog of jij het taalgebruik van je collega’s herkent of toch stiekem dat van jezelf.
Vind jij Engelse termen soms gewoon net wat mooier klinken? Dan herken jij jezelf gegarandeerd in onderstaande termen! Het gebruik van Engelse termen
Het kan gebeuren dat je soms vergeet terug te schakelen van het Engels naar het Nederlands of dat je termen in het Engels soms net wat mooier vindt klinken dan in het Nederlands. Wij geven je geen ongelijk, want je bent lang niet de enige die zich hier stiekem schuldig aan maakt. Hieronder vind je dé meest gebruikte Engels termen op de kantoorvloer:
Call - “Ik heb om 13:00 uur een call met een klant.”
Core business - “We moeten ons volledig focussen op onze core business.”
Go - “Hebben we al een go voor ons communicatieplan?”
Issue - “We moeten zorgen dat we deze issue zo snel mogelijk oplossen.”
Key - “Content is key.”
On hold - “Het investeringsplan is onhold gezet.”
Out of the box - “Voor gadgets in de kantoorruimte moeten we out of the box denken.”
Pitch - “Bereid jij een pitch voor tijdens onze meeting?”
Rocket science - “Werken met dit systeem is geen rocket science, maar je moet het wel even weten.”
Afgekorte termen
Voor de drukke mensen onder ons bestaan er afkortingen, deze zijn handig om te gebruiken voor een korte mail tussen je collega’s of om een vraag snel kunnen te beantwoorden, zodat je snel weer verder aan het werk kunt. Excuses voor de snelle Jelle’s onder ons: voor de uitleg van deze kantoortermen nemen we uitgebreid de tijd. Hieronder lees je een aantal afkortingen met context én uitleg:
Preso - Een afkorting voor het woord presentatie. “Elke vrijdag tijdens de lunch is er een preso.”
Prio - ….riteit. “Onze prio ligt op het behalen van targets.”
Stavaza - Stand van zaken. “Wat is de stavaza op je wekelijkse to-do list?
Bila - Betekent een overleg met z’n 2en. “Heb jij nu tijd voor onze wekelijkse bila?”
Trila - Na bila volgt trila, oftewel een overleg met z’n 3en. “Zal ik Klaas even vragen of onze trila nu kan plaatsvinden?”
Vrijmibo - Vrijdagmiddagborrel. “Om 16:00 uur is het weer tijd voor onze wekelijkse vrijmibo!”
Voor de sportievelingen onder ons de sportieve kantoortermen! Sportieve kantoortermen
Tijdens je werkdag op kantoor zit je waarschijnlijk de gehele dag achter je bureau en ben je niet erg sportief bezig. Toch kan er met het gebruik van deze sportieve termen iets verandering in komen. Deze kantoortermen hebben namelijk alles te maken met beweging. Gebruik onderstaande kantoortermen om jouw werkdag toch nog sportief te maken:
Een balletje opgooien - Dit betekent dat je ergens voorzichtig over begint om erachter te komen wat anderen ervan vinden.
Een lijntje uitgooien - Op zoek gaan naar iemand die je verder kan helpen.
Ergens een klap op geven - Een beslissing maken.
Ergens induiken - Informatie achterhalen.
Inschieten - “Nog even snel een meeting inschieten? Ik kan rond 16:00 uur”.
Kort op de bal spelen - Er bovenop zitten.
Over de schutting gooien - Een taak overdragen aan een mede-collega.
Over het weekend heen tillen - Iets uitstellen tot na het weekend.
Sparren - Met een andere collega bepaalde zaken even afstemmen.
Tackelen - “We moeten zorgen dat we dit probleem snel tackelen”.
“Nog even snel een meeting inschieten? Ik kan rond 16:00 uur”.
Kantoortermen voor het ondernemen van actie
Deze kantoortermen hebben alles te maken met ondernemen van actie. Je hebt vast wel iemand op kantoor die altijd bezig is, alles graag wilt doen en overal bij betrokken wilt zijn en het liefst met zoveel mogelijk taken tegelijk bezig is. Nu is niet iedereen zo, dus vandaar de begrippen van de aanpakkers voor jou uitgelegd:
Aansturen - “We moeten ons personeel aansturen op duurzaamheid”.
Iets aanvliegen - “Hoe zullen we dit project aanvliegen?”
Koers houden - “We liggen op koers”.
Meters maken - “We moeten meters maken”.
Parkeren - “Het project over energielabel C parkeren we voor deze week”.
Schakelen - “Voor deze functie moet je snel kunnen schakelen”.
Terugkoppelen - “De baas verwacht dat je hem een plan terugkoppelt”
Vlieguren maken - “Kwestie van zoveel mogelijk vlieguren maken”.
Hoog tijd dat je erachter komt wat er wordt bedoelt met zweverige kantoortermen! Zweverige kantoortermen
Zit jij wel eens op kantoor en weet je niet wat iemand bedoelt met al die kantoortermen? Niet getreurd, je bent lang niet de enige die het niet snapt. Deze kantoortermen gids komt daarom goed van pas. Hieronder vind je een aantal zweverige kantoortermen die niet altijd meteen voor duidelijkheid zorgen. Hopelijk dat ze je nu wél duidelijk worden:
De stip aan de horizon - Ergens naar toe werken.
Kerntaken - Je beperken tot de belangrijkste taken.
KPI’s - Afkorting van Kritieke Prestatie Indicatoren. Variabelen om de prestaties van een bedrijf op merk of product te analyseren.
Opschalen - Uitbreiden, groeien, toenemen. Er zijn dus genoeg andere synoniemen.
Vertaalslag - Omzetten van het één in het ander.
Onderstaande termen kun jij gebruiken om samenwerkingen met je collega's te bevorderen! Kantoortermen voor overleg
Iedereen heeft er mee te maken op de werkvloer: samenwerkingen tussen collega’s en medewerkers. Je wilt dat dit allemaal zo soepel mogelijk verloopt en jij goed kunt opschieten met je medecollega’s. Met deze kantoortermen bevorder je de coöperatie tussen jou en je collega’s:
Aanhaken - “Ik zal later bij de meeting aanhaken.”
Plat slaan - “We moeten dit project even helemaal plat slaan, jongens.”
Kortsluiten - “Oké, ik ga dit zo snel mogelijk kortsluiten.”
Klankborden - "We moeten even een klankbord inplannen over papierloos werken."
Levelen - “Je moet zorgen dat je kunt levelen met je klanten.”
Dichttimmeren - “Laten we die offerte goed dichttimmeren.”
Oppakken - “Kun jij dat even oppakken?”
“Ik zal later bij de meeting aanhaken.”
Het gebruik van kantoortermen
De kantoortermen gids is aan zijn eind gekomen. Jij bent nu hopelijk volledig op de hoogte van de meest voorkomende termen op de werkvloer. Heb jij tijdens het lezen van deze kantoortermen gids een van je collega’s herkend in zijn of haar taalgebruik of toch stiekem jezelf? Geen paniek, iedereen maakt zich wel stiekem schuldig aan kantoortermen!
